Herm Pollux geniet na van zijn periode als stadsprins: ‘Niemand wist het zeker’

Komend weekend met halfvasten kijken veel mensen nog één keer terug naar de Vastelaovend. Ook stadsprins Herm Pollux. Zeventien dagen lang leefde hij met zijn adjudanten in een roes. “Na die periode kon ik nauwelijks logisch denken. Man, wat was het fantastisch.” Herm kiek nog eine kiër um.

Als de vrijdag na Vastelaovend adjudant Wim Ramakers bij Herm Pollux op bezoek komt om herinneringen op te halen, is het lange tijd stil. “Weet je dat we al vijftien minuten lang niks tegen elkaar gezegd hebben,” zegt Herm tegen Wim. De stadsprins 2018 lacht als hij aan het moment terugdenkt. “Het moest bezinken. We voelden elkaar perfect aan. Zeventien dagen lang hebben we in een roes geleefd. Zeventien dagen lang hebben de mensen ons op handen gedragen. Je bent alleen maar bezig met ervaren en genieten. Het verwerken en terugkijken begon eigenlijk pas op aswoensdag. Mijn vrouw Marij ging direct na Vastelaovend met onze dochter op vakantie. Pas toen realiseerde ik dat ik mijn verhaal met niemand kon delen.  Ik kon een paar dagen niet meer logisch denken. Niks meer opnemen. Maar het was het waard. Allemaal en ieder moment!”

27072920_745495362306553_8678739815290817898_n

Briefje van vader

De zeventien dagen dat Jocusprins Herm I en zijn adjudanten Roel Wienen en Wim Ramakers door Venlo trokken, leverde een aaneenschakeling op van emoties. Heel vaak waren er de tranen van het lachen, maar ook was er soms een traantje in combinatie met enige slikmomenten. De ogen van Herm Pollux worden weer even vochtig als hij aan één van de meest gevoelige momenten terugdenkt. “Ik kwam op de dag van het Hofbal binnen op kamer elf bij Valuas. Dat is dé plek waar de Prins zijn laatste rustige momenten heeft voordat het voorstellen aan de Raad van Elf begint en ‘s avonds in de Maaspoort. Op die kamer lag een enveloppe met een briefje. Een briefje dat mijn vader zaliger precies 25 jaar geleden had geschreven aan mijn broer Ad toen hij stadsprins werd. Pap vertelde daarin hoe ongelooflijk gruuëts hij was dat zijn zoon prins van Jocus mocht worden. Ad had het daar neergelegd.” Pollux slikt weer en biecht eerlijk op dat juist dat moment hem vol heeft geraakt.

Dao isse dan

Zelf had hij niet meer verwacht ooit nog prins te worden. “Ik was zestig. Te oud en was er dus klaar mee. Het was goed zo. Ik had op andere manieren veel mooie momenten meegemaakt bij Jocus.” Toch kwam eind september van het afgelopen jaar de vraag via Vors Joeccius XI Roel Versleijen. “Hij lokte mij met een smoes. We moesten iets bespreken over Jocus Toekoms. Ik kreeg een grote bruine enveloppe overhandigd, maakte die open en daarin stond dé vraag. Of ik voorop wilde gaan in de Vastelaovend van 2018. Daarbij stond ook de zin: ‘Gans Venlo vruueg: Gaef os Herm as nieje Prins.’ Ik wist niet wat ik las en vroeg: klopt dat? De Vors begon te lachen en zei: ja, dat staat er toch. Ik was volledig overrompeld en riep: Ja! Verdikkemme! Ja! Ja!” Bij thuiskomst was het moeilijk om het heuglijke nieuws aan zijn vrouw Marij te vertellen. De kleinkinderen waren namelijk op bezoek. Pollux besloot om de melodie van ‘ Dao isse dan! Dao isse dan!’ te fluiten maar er volgde geen reactie. Vervolgens begon hij in de gang de tekst fluisterend te zingen. Pas op dat moment viel het kwartje bij zijn vrouw.

0153Hofbal270118

11e van de 11e

Pollux had al jaren geleden met Wim Ramakers en Roel Wienen afgesproken dat als de gelegenheid zich voor zou doen ze gezamenlijk het dreejspan van Jocus zouden vormen. De reacties van beide heren laat zich makkelijk raden. Vanaf dat moment begon het grote stilzwijgen. “We kwamen regelmatig bij elkaar. Hoe dat gaat? In principe valt dat de eerste weken en maanden nog mee. Niemand in Venlo is dan met Vastelaovend bezig. Maar natuurlijk gebeurde alles heel voorzichtig. Er is ook wel eens op geheime locaties afgesproken. Soms zijn er lastige momenten en moet je heel tactisch even weglopen.” Zo’n lastig moment deed zich voor tijdens de 11e van de 11e. “Lex Uiting stond voor het stadhuis zijn liedje ‘Nao ‘t Zuuje’ te zingen en ik werd emotioneel. Ik wist wat voor moois mij te wachten stond. De tranen sprongen in mijn ogen. Mensen keken verbaasd en vroegen: wat is er met jou aan de hand? Ik lachte en zei dat ik aan mijn vader moest denken en liep dan even weg.” Niet veel later als Lex Uiting het podium heeft verlaten, ziet de stadsprins van 2017 Herm Pollux bij Old Dutch staan. “Hij liep op mij af, pakte zijn telefoon, wees met een vinger naar mij, maakte een selfie en zei: heej steit de volgende Hoëgheid van Jocus.’ Ja toen wist ik even niet goed wat te doen en zei: man, wat wets dich det al snel. Die foto heeft Lex overigens op de dag van het Hofbal bij Valuas in een enveloppe laten bezorgen. Nee, hij wist het niet zeker. Maar dat was zeker een memorabel moment ja.”

RL379BBZ100218

Gips

Het meest lastige aspect in het lange voortraject was het feit dat op dezelfde dag van het Hofbal Herm Pollux als voorzitter van De Waus eigenlijk naar Velden moest om de traditionele worst te brengen; ter ere van Sint Clara om De Wuilus goed weer met Gekke Maondaag toe te wensen. Samen met Versleijen ontstond het lumineuze idee een smoes te verzinnen waardoor Pollux niet mee kon. Bij een arts in Mill werd de donderdag voor het Hofbal de voet van de aanstaande hoogheid in het gips gezet. “Om kritische vragen te omzeilen, kreeg ik nog een doosje pijnstillers van de arts mee. Ja natuurlijk kregen mensen argwaan. Of het echt was? Ja ik heb mijn kruisbanden afgescheurd.” Dan begint Pollux te lachen. “Ik kwam er pas later achter dat je bij afgescheurde kruisbanden helemaal niet in het gips hoeft.”

Gezwollen voet

Op de zaterdag van het Hofbal kwam de arts uit Mill naar Venlo om het gips te verwijderen. “Maar ik werd direct door Sint Clara gestraft voor dit geintje. Toen het gips er vanaf was, bleek dat mijn voet enorm was gaan zwellen. De eerste vier dagen heb ik behoorlijk mank gelopen. Gelukkig had ik de pijnstillers van die dokter nog,” zo lacht Pollux. “De buurt zag mij vervolgens rond 12 uur in de auto stappen. Zonder gips. Veel mensen stonden achter de raam. Ik stak naar iedereen mijn twee duimen omhoog, maar nog wist niemand het zeker of ik nu prins zou worden. Zelfs mijn eigen kaartclub niet. in de week voor het Hofbal zeiden ze: as dich ut zoels waere, hadde we det al lang aan dich gemerk. Nae dich bis te ald, dich wuurs t neet mièr.

RL173Pronke030218

Nao ‘t Zuuje

Wat volgde was een 17-daagse reis door zijn eigen Venlo. De stad die hem de rol als hoogheid zo zeer gunde. “Wat mij snel duidelijk werd was dat iedere nieuwe Prins in de stad op handen wordt gedragen. Het maakt niet uit wie het is. Je moet vooral jezelf blijven. Nee, ik heb geen moment last gehad van het succes van de documentaire Nao ‘t Zuuje. Ik zat zelf in januari bij de première in de zaal. Ja natuurlijk was dat lastig en best emotioneel. Die film geeft perfect het gevoel van de Venlose Vastelaovend weer. Voor mij was dat op dat moment dubbel moeilijk. Marij kneep mij af en toe in de hand. Meer konden we niet doen. Na afloop zeiden mensen inderdaad: ‘dae nieje Prins geit ut zwaor kriege. Ik praatte maar mee en zei: ‘jao, det zal waal unne hiële gooje motte waere. Maar vanaf het moment dat Wim, Roel en ik op het Hofbal werden uitgeroepen heeft heel Venlo ons omarmd. Mensen kijken met Vastelaovend niet meer terug, alleen nog maar vooruit en wij waren het nieuwe dreejspan.”

Nach van de zwarten drek

De ochtend na het Hofbal stonden veel mensen uit de buurt om kwart over acht bij de prins op de stoep om Herm te feliciteren, maar het Dreejspan had toen al weer vroeg hun verplichtingen. Pollux lacht als hij over dat moment verteld. “Ik zei: kom donderdagavond maar om negen uur terug, dan organiseer ik bij mij thuis een feestje. De adjudanten en ik zijn er om half twaalf, maar begin maar vast met vieren. Toine Schreinemachers zou die avond kerboét komen bakken. Dit in het kader van De Aovend van De Zwarten Drek. Ik heb Toine de situatie uitgelegd en hij zei: dju, dan heb ik wat hulp nodig voor bij het bakken. Mag ik wat extra mensen meenemen? Mijn dochter was die avond thuis om mensen te ontvangen. Ze hebben de hele huiskamer leeggehaald. En toen wij om half twaalf arriveerden, stond even later het complete Boerebroelofsgezelschap met Joekskapel Hölster Heinke voor de deur. Toine Schreinemachers keek mij lachend aan en zei: ja ik mocht toch wat hulptroepen optrommelen? Het gevolg was dat er wel negentig mensen in huis waren. Ze zaten overal: in de keuken, op de trap, in de tuin. En Hölster Heinke zorgde voor remmedemmie. Ja, ‘s nachts om 12 uur. Maar dat maakte niks uit. De hele buurt zat tenslotte bij ons binnen. Die avond was Vastelaovend in optima forma.

27073148_1497876710330071_3904175139083871199_n

In de watten

Pollux kan niet genoeg benadrukken hoe zeer hij genoten heeft. “Het is zeventien dagen lang één grote belevenis. De mensen hebben ons op handen gedragen. Ook iedereen om ons heen, familie, vrienden, de mensen van Jocus. We zijn echt volledig in de watten gelegd. Het is allemaal zo fantastisch georganiseerd. Als ik een uur lang geen water had gedronken, gaf de chauffeur mij een flesje. Mijn kleren werden iedere morgen fris gewassen en gestreken bezorgd. Ik hoefde niet meer te doen als Prins te zijn. En dus vooral te genieten. Hoe ik het fysiek heb volgehouden? Geen idee. Ik stond iedere dag te trappelen van ongeduld om weer overal langs te gaan. Bij verenigingen, bij zieke mensen, naar feestavonden, naar intieme momenten. Als je een ernstig ziek iemand opzoekt in de hospice en die persoon bloeit vervolgens voor een kwartiertje weer helemaal op. Daar doen we het voor. Dat is mooi en ontroerend tegelijk. Maar het was continu fantastisch. Eén van de adjudanten is één keer op een avond wegens griep iets eerder naar huis gegaan. Zelf heb ik één keer overdag het verzoek gedaan om even een uurtje bij te slapen. Vervolgens een frisse douche genomen. Daarna was ik weer fit om de stad in te gaan. De mensen waren fantastisch. Tijdens de finale van de Top 555 stonden we op het podium voor een bomvolle Parade. Begon één man plotseling te roepen: ‘Herrum! Herrum! Herrum!’ Even later deed iedereen mee. Dat is echt onvergetelijk. Er zijn volgens mij wel 1500 selfies gemaakt. Iedereen wil met je op de foto. Weigeren kun je niet. Er was een moment van uitzondering. Ik moest echt verder naar een belangrijk moment in Ut Ald Weishoès. Toen besloot ik op de Jorisstraat een sprintje te trekken en zonder te stoppen ben ik naar het Weishoes doorgerend. Je wilt niet onbeschoft zijn, maar soms moet je echt verder. ”

“Het was een aaneenschakeling van hoogtepunten waar ik na Vastelaovend inderdaad wel een weekje voor nodig heb gehad om alles te verwerken. Heel vaak keken Wim, Roel en ik elkaar tijdens die zeventien dagen aan. We begrepen alle drie precies wat we voelden. Samen beleefden we de diepste emoties. Maar het is eigenlijk een herinnering voor de rest van ons leven en we zullen er tot in lengte van dagen van blijven genieten.”

Rob Buchholz

Foto’s; Foto Kino Linders en Toine Schreinemachers

6 gedachtes over “Herm Pollux geniet na van zijn periode als stadsprins: ‘Niemand wist het zeker’

  1. Rob…..moeëj geschreve euver ôzze Stadsprins Herm en zien Adjudanten Roel en Wim. Herm straolde as Prins op zien eige wiés in iddere vaezel in zien liéf zit Vastelaovend en det waar good te zeen, want Herm waar zoeë gruuëts eine’n baetere Stadsprins hadde weej ôs neet kinne winse……in ein waord Fantastiés!

    Like

  2. Herm
    Ut mot ein enorme waterval veur dich gewaes zien. Van allein maar moeije, sprankelende, lachwekkende, maar auk emotionele momenten. Geej waas dan auk ein hertverwermend trio. Die de aafgelaupe vastelaovund omvergaetelik haet gemak.
    chapeau en mvg willem

    Like

Plaats een reactie